Waar zijn die beloofde waarden en grondrechten?
Het lijkt erop dat alleen de gemeente Amsterdam zich echt bezighoudt met het naleven van de Tada-waarden. En de vertaling van deze waarden naar de praktijk gaat nog niet vlekkeloos.
Hoewel de gemeente een informatiepagina over de Digitale Perimeter openbaar heeft gemaakt en Public Eye heeft toegevoegd aan haar algoritmeregister, bleek deze informatie te oppervlakkig te zijn en zelfs deels helemaal niet te kloppen. Zo blijft de afbakening van het fysieke gebied vaag, wordt er geen inzicht geboden in de herkomst en infrastructuur van de toepassingen die worden gebruikt en wordt gesuggereerd dat het Public Eye systeem open-source is, terwijl dat niet het geval is.
Op deze manier is het lastig te beoordelen of dat wat er binnen het project en in de publieke ruimte wordt gedaan op een wenselijke manier gebeurt. Daarnaast wordt het door dit gebrek aan transparantie voor de gemeente lastig om nog aan alle Tada-waarden te voldoen. Zo is het de vraag hoe iedereen voordeel kan hebben van de verzamelde data, aangezien er maar beperkte informatie beschikbaar is over de data die wordt verzameld en de manier waarop dit gebeurt. Daarnaast kan er moeilijk worden gesteld dat burgers zeggenschap hebben over de vormgeving van hun digitale stad als er niet voldoende inzicht wordt gegeven in de plannen die er zijn of de toepassingen die geïnstalleerd zijn.
Ook is het opmerkelijk dat de gemeente met dit systeem meer camera’s toevoegt aan de publieke ruimte én binnen het project interesse toont in gezichtsherkenning en bodycams. Hiermee lijkt zij in te gaan tegen de richting van haar eigen uitgangspuntLees hier meer over de datastrategie van de gemeente Amsterdam, namelijk “(...) dat Amsterdammers zich onbespied en anoniem kunnen bewegen in de openbare ruimte”.
Met betrekking tot de experimenten met gezichtsherkenning, lijken de Tada-waarden en grondrechten nog meer naar de achtergrond te verdwijnen. De vorm van de software waar de landelijke politie en TNO mee aan de slag zijn gegaan binnen de ArenA lijkt voornamelijk voordelen op het gebied van gegevensbescherming te bieden. Maar daarbij wordt voorbij gegaan aan de andere waarden en grondrechtenLees hier wat wij eerder schreven over de bezwaren tegen gezichtsherkenning in de openbare ruimte die door het gebruik van gezichtsherkenning onder druk komen te staan, zoals het recht op de vrijheid van vergadering, vereniging en betoging, de vrijheid van meningsuiting, het recht op gelijke behandeling, de persoonlijke levenssfeer van burgers, en de mogelijkheid om je vrij en anoniem te kunnen verplaatsen. Het is voor ons onduidelijk hoe de risico’s die verbonden zijn aan het ontwerp van gezichtsherkenningssoftware of de uiteindelijke inzet ervan met de huidige experimenten voldoende kunnen worden geïdentificeerd en opgevangen. En dat terwijl tegelijkertijd de drempel om gezichtsherkenning in te zetten wel wordt verlaagd door de technologie met betrekking tot gegevensbescherming aantrekkelijker te maken.