• Menu

0 recente resultaten

We moeten moediger zijn

We zien veel oproepen voor een moratorium op gezichtssurveillance voorbij komen. Wij zijn bang dat hiermee vooral tijd wordt gekocht waarin biometrische surveillancetechnologie normaliseert. Als we gezichtsherkenning uit onze publieke ruimte willen houden zullen we moediger moeten zijn.

Op het PrivacyCampLees meer over de digitalerechtenconferentie PrivacyCamp van dit jaar hebben we van gedachten gewisseld over het reguleren van gezichtsherkenning en andere biometrische surveillancetechnologieën met de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS) en een brede vertegenwoordiging van het maatschappelijk middenveld. Voor deze bijeenkomst zetten we onze kijk op het gebruik van biometrische surveillancetechnologie in de openbare ruimte op papier. Onze bijdrageDe originele bijdrage in het Engels vind je hier lees je hier.

Een moratorium zal ons niet helpen de strijd te winnen

Onlangs hebben we meerdere pleidooien gezien voor een moratorium op gezichtssurveillance. Een moratorium is een stop op de toepassing totdat aan bepaalde bezwaren tegemoet is gekomen. De meest gehoorde argumenten zijn het gebrek aan aantoonbare noodzaak, de bevooroordeelde en onnauwkeurige aard van de technologie en tenslotte het ontbreken van wet- en regelgeving. Hoe geldig deze argumenten ook zijn, wij geloven dat ze ons niet zullen helpen deze strijd te winnen.

Noodzaak

Ten eerste de focus op "noodzaak". Wij zijn het volledig met de Europese toezichthouder eens dat elke inbreuk op onze grondrechten aantoonbaar noodzakelijkLees hier de blog van de EDPS over gezichtsherkenning moet zijn en dat gemak en efficiëntie geen aantoonbare noodzaak vormen. Hoeveel surveillancemaatregelen hebben we echter ingevoerd zien worden met een slecht gemotiveerde, laat staan aantoonbare noodzaak? Als het op bescherming aankomt hebben we helaas echt meer nodig.

“Waarom zouden databanken voor gezichtsherkenning zijn vrijgesteld van de datahonger van de overheid?”

Technologische tekortkomingen

Ten tweede is er de kwestie van onnauwkeurigheid en vooringenomenheid. Onze zorg met betrekking tot het pleiten voor een moratorium op basis van technologische tekortkomingen is dat deze uiteindelijk oplosbaar zouden kunnen zijn. Althans, dat het percentage valse positieven en negatieven wordt teruggebracht tot een niveau dat door onze politieke leiders als acceptabel wordt gezien. Belangrijker is echter dat we wel eens te maken kunnen hebben met een technologie die gevaarlijker wordt naarmate hij beter werkt: niet wanneer zij je toegang geeft tot je telefoon, maar zeker wanneer zij wordt toegepast als een massasurveillance-instrument.

Regulering

Ten slotte kan de roep om regulering de suggestie wekken dat de huidige wetgeving dubbelzinnig is over de aanvaardbaarheid van gezichtssurveillance. We moeten heel duidelijk zijn over het feit dat de beoordeling van gezichtssurveillance in het licht van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en de Algemene Verordening Gegevensbescherming geen ruimte laat voor de inzet ervan in de publieke ruimte, omdat hiervoor op grote schaal biometrische gegevens moeten worden verwerkt. Punt.

“De wet laat geen ruimte voor de inzet van gezichtssurveillance in de openbare ruimte, omdat het biometrische gegevensverwerking op grote schaal vereist.”

Waarom we moediger moeten zijn

Wat een moratorium vooral zal opleveren is tijd. Tijd waarin de technologie wordt genormaliseerd. Tijd waarin de industrie haar lobbyisten inzet. Tijd waarin de bedrijven die voorop lopen in productontwikkeling hun producten zullen afstemmen op de markt. Tijd waarin het maatschappelijk middenveld steeds weer mensen zal moeten mobiliseren totdat zij vermoeid en afgestompt raken en er niet meer in geloven dat hun stem enig verschil maakt.

Daarom maken wij ons zorgen dat de eis van een moratorium niet krachtig genoeg is. Wij zijn van mening dat bestaande regelgeving streng moet worden gehandhaafd, waardoor het gebruik van gezichtsherkenning als een surveillance-instrument in de publieke ruimte wordt verboden.

De kosten voor onze vrijheden zijn te groot

Ten eerste staat het buiten kijf dat we te maken hebben met een massasurveillance-instrument dat onze rechten en vrijheden ernstig zal beperken. Geen enkele belangen- of proportionaliteitsafweging kan de inbreuk die gezichtssurveillance maakt rechtvaardigen.

“We hebben te maken hebben met een technologie die misschien wel gevaarlijker wordt naarmate zij beter werkt”

Het is onverenigbaar met de wetgeving die onze gegevens beschermt

Ten tweede is naar onze mening gezichtssurveillance in de publieke ruimte onverenigbaar met ons kader voor gegevensbescherming. Biometrische gegevens zijn uiterst gevoelig en zorgvuldigheid vereist dat verwerking van deze gegevens zoveel mogelijk beperkt wordt, terwijl gezichtsherkenning in de publieke ruimte juist massale verwerking van deze gegevens vereist. Uit een studie uit 2016 blijkt dat de helft van de volwassenen in de Verenigde Staten is opgenomen in een databank voor gezichtsherkenning door handhaving. In Nederland is dit 1 op de 12 volwassenenLees hier wat we daarover zeiden bij RTL Nieuws. We kunnen de openbare ruimte niet vermijden. We kunnen ons gezicht niet veranderen of thuislaten. Laten we ons gezicht dus als iets waardevols behandelen.

Onderschat nooit een goede function creep

Tot slot maken we ons zorgen dat we het gebruik van gezichtssurveillance niet binnen de te stellen grenzen kunnen houden. De geschiedenis heeft ons geleerd dat we een goede 'function creep' niet moeten onderschatten. Er zijn verschillende manieren waarop het gebruik en de effecten van gezichtssurveillance in de loop der tijd kunnen toenemen. Ten eerste kan de wettelijke basis en /of de reikwijdte van de basis worden uitgebreid. Het beperken van de inzet van zulke verstrekkende technologie tot de bestrijding van terrorisme klinkt misschien beperkt, maar de beperking, en daarmee de bescherming, zijn afhankelijk van classificaties van de overheid. Verschillende voorbeelden van over de hele wereld, waaronder Nederland, laten zien dat zelfs geweldloze belangenorganisaties worden geclassificeerd als ‘extremistisch’ of ‘terroristisch’ wanneer meer bevoegdheden om deze groepen te controleren gewenst zijn. Een tweede voorbeeld van hoe function creep kan plaatsvinden is de toegang tot gegevens. Onder het mom van fraudepreventie geven overheidsinstellingen elkaar graag toegang tot gegevens en combineren databanken. Waarom zouden databanken voor gezichtsherkenning zijn vrijgesteld van deze honger naar gegevens?

Stop (offline) volgen

Oproepen voor een moratorium is riskant. Wij geloven dat we moediger moeten zijn. We zijn het er grotendeels over eens dat onze kaders voor mensenrechten en gegevensbescherming burgers beschermen tegen online volgen. We moeten nu overeenkomen dat ze hetzelfde doen offline.

Veel dank aan Amber Balhuizen voor het vertalen van deze tekst en aan Jasper Sprengers voor het editen ervan.

Help mee en support ons

Door mijn bijdrage ondersteun ik Bits of Freedom, dat kan maandelijks of eenmalig.

Ik geef graag per maand

Ik geef graag een eenmalig bedrag