Onze fundamentele bezwaren blijven staan
De volgende fundamentele bezwaren blijven overeind: het sleepnet zit nog steeds in de wet, waardoor er op grote schaal stelselmatig getapt mag worden en onschuldige burgers onterecht in het vizier van de geheime diensten komen.
Dit gebeurt ook bij de informantenbevoegdheid, die de diensten kunnen inzetten om direct toegang te krijgen tot gehele databanken. Voor andere bevoegdheden waarmee zij toegang tot een enorme bak data kunnen krijgen gelden strengere waarborgen. Maar bij deze bevoegdheid niet.
De diensten mogen ook nog steeds gegevens van Nederlandse burgers, zonder dat ze die zelf hebben bekeken, delen met buitenlandse diensten. Ze geven zo de controle over die gegevens nagenoeg uit handen, en hoe kunnen ze zo garanderen dat onze rechten of het Nederlands belang niet wordt geschonden? Er is zelfs geen voorafgaande toetsing door de toezichthouder, de TIB, vereist voordat deze gegevens kunnen worden uitgewisseld.
Het is onverstandig dat onze geheime diensten gebruik maken van onbekende kwetsbaarheden in software en deze niet bij de maker hoeven te melden. Hierdoor kunnen ook kwaadwillenden de kwetsbaarheden gebruiken om in systemen binnen te dringen.
Ten slotte is er een toezichtsgat. Terwijl de geheime diensten steeds meer internationaal samenwerken, is de toezichthouder gebonden aan nationale grenzen, waardoor een deel van het inlichtingenwerk en de gedeelde gegevens zich aan het toezicht onttrekt. Daarnaast zijn oordelen van de toezichthouder, de CTIVD, niet bindend en is zij dus niet in staat de diensten een halt toe te roepen, mocht dit nodig zijn.
Uit de rapporten van deze toezichthouder blijkt dat de diensten nu al, zonder dat het sleepnet is ingezet, meer gegevens verzamelen dan zij aan kunnen. Extra waarborgen die ervoor zorgen dat de diensten gerichter gegevens verzamelen, zullen dus ook hun eigen werk ten goede kunnen komen.