Europees verdrag van de rechten van de mens
In het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens is de vrijheid van meningsuiting vastgelegd. Je mag zeggen wat je wilt “zonder inmenging van enig openbaar gezag.” Dat gezag, onze overheid, mag wel beperkingen opleggen:
Daar de uitoefening van deze vrijheden plichten en verantwoordelijkheden met zich brengt, kan zij worden onderworpen aan bepaalde formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties, die bij de wet zijn voorzien en die in een democratische samenleving noodzakelijk zijn […].
Het “noodzakelijk in een democratische samenleving” is een waarborg, net als het “bij wet vastgelegd”. Dat eerste zorgt ervoor dat inperkingen op onze vrijheid uitsluitend mogen als dit noodzakelijk en proportioneel is en dat uitsluitend het minst ingrijpende middel wordt ingezet. Dat laatste zorgt ervoor dat we in de wet vastleggen wat de politie precies mag, als zij meer dan een minimale inbreuk op onze vrijheid wil maken. Dat vertaalt zich in een bevoegdheid met waarborgen. Een vordering dus, niet een vraag.