Dit model versterkt zichzelf en leidt tot een machtsconcentratie: hoe meer data je verzamelt, hoe beter je voorspellingen kunt doen, hoe beter je product is, hoe meer gebruikers je krijgt, hoe meer data je verzamelt, en zo verder. Surveillance kapitalisten hebben daardoor een betere informatiepositie dan de overheid. Bij veel sturingsvraagstukken is de overheid inmiddels al afhankelijk van data die door private partijen verzameld is. De relevante vraag die gesteld moet worden is of het wel zo vanzelfsprekend moet zijn dat de collectieve data die wij allemaal produceren met ons digitale gedrag exclusief toegeëigend mag worden door de partijen die een positie voor zichzelf hebben gecreëerd om deze data te verzamelen. Om het concreet te maken: is het vanzelfsprekend dat Vodafone de (geanonimiseerde) verplaatsingsgegevens van al haar klanten van mobiele telefonie (pure 'bijvangst') te gelde mag maken door op basis daarvan adviezen te geven bij mobiliteitsvraagstukken van de overheid?
Daarnaast wordt het model van de wereld steeds vaker verward met de wereld zelf. We vergeten dan soms dat het model slechts een abstractie van de wereld is, en dat er keuzes zijn gemaakt over wat wel en niet onderdeel van het model is. Het maakt niet uit hoeveel data je vergaart, er zal altijd een kloof blijven tussen het model (de systeemwereld) en de leefwereld. We moeten minder energie stoppen in het dichten van die kloof en meer energie in het ontwikkelen van principes hoe we met die kloof om kunnen gaan. Kort gezegd: wat doen we als de data die de overheid heeft over een specifieke burger niet klopt en die burger daar last van heeft?