• Menu

0 recente resultaten

Donner: nut en noodzaak bewaarplicht staan vast

Minister Donner heeft op 5 september 2005 aan de Tweede Kamer zijn reactie gegeven op de uitkomsten van het Erasmus rapport. In zijn brief gaat hij voorbij aan de belangrijkste conclusie uit het rapport ‘Wie wat bewaart die heeft wat’, over het gebruik van verkeersgegevens in de opsporing. Het rapport concludeert namelijk dat dat de politie “in vrijwel alle” 65 onderzochte opsporingsonderzoeken over alle gevraagde verkeersgegevens kon beschikken.

Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het ministerie van justitie op aandringen van de Eerste en Tweede Kamer. Het Parlement verlangde van minister Donner een onderbouwing van de veronderstelde noodzaak om verkeersgegevens op te slaan. Maar in de onderzoeksvragen die aan de onderzoekers zijn voorgelegd, wordt geen uitspraak gevraagd over nut en noodzaak. Hoogleraar Mevis van de Erasmus universiteit heeft dan ook meermalen in de media gezegd dat op basis van zijn onderzoek geen conclusie over nut en noodzaak getrokken kan worden. Donner benadrukt in zijn brief vooral dat verkeersgegevens nu al veel door de politie worden gebruikt: “Uit de door de Erasmus Universiteit onderzochte dossiers blijkt dat historische verkeersgegevens een belangrijke rol spelen in de opsporing.” Daarmee blijft de vraag onbeantwoord of een bewaarplicht ernstige knelpunten in de beschikbaarheid van die gegevens kan oplossen. De onderzoekers melden zelf dan ook: “Op basis van het verrichte dossieronderzoek kunnen geen conclusies worden getrokken ten aanzien van de vraag of de praktijk van het vorderen historische verkeersgegevens met betrekking tot het internetverkeer noopt tot de vastlegging van een verplichte bewaartermijn voor bepaalde duur.”

Donner schrijft verder dat in het ontwerp-kaderbesluit van de Europese ministers van justitie geen vastlegging van het surfgedrag is opgenomen, “zoals gegevens over welke websites bezocht zijn en gegevens over de bron en de bestemming per IP-pakket”. De bestemming en afzender van bijvoorbeeld e-mails moeten volgens het voorstel echter wel vastgelegd worden. Webhosting en belwinkels vallen volgens Donner niet onder het ontwerp-kaderbesluit omdat dit geen aanbieders van openbare telecommunicatiediensten zijn. De kritiek van Eerste Kamerlid Franken (CDA) op de kosten en enorme inspanningen voor de aanbieders (zie BOF nieuwsbrief 3.13 van 8 juli 2005) wordt door Donner in zijn brief afgedaan. “Het [is] mijn overtuiging dat de onderhavige set gegevens door de providers zonder bovenmatige inspanning kan worden vastgelegd”.

Donner bepleit in zijn brief centrale opslag van verkeersgegevens bij het CIOT. In dat model zouden de aanbieders niet elk afzonderlijk een database met de eigen verkeersgegevens bijhouden maar beschikt het Centraal Informatiepunt Opsporing Telecommunicatie (CIOT) van het ministerie van justitie over een enkel systeem waarin de verkeersgegevens van alle aanbieders worden verwerkt. Politie en justitie hoeven in dat geval niet de aanbieders om verkeersgegevens te vragen maar kunnen bij het ministerie van justitie terecht. De internetaanbieders, verenigd in het ISPO, maken zich zorgen “over de beveiliging, toegang en verwerking van de bestanden van het CIOT”. Het ISPO voorziet een hoop problemen wanneer de politie op eigen houtje de gegevens gaat analyseren. “De analyse van databestanden is technisch zeer complex en ISP’s behoeden politie en justitie nu al regelmatig voor het trekken van verkeerde conclusies. Dit controlemechanisme valt weg door opslag in het CIOT. Ook zijn ISP’s verantwoordelijk voor de juistheid van hun abonneegegevens terwijl die zich na externe opslag niet meer in hun macht bevinden waardoor fouten niet geconstateerd of gecorrigeerd kunnen worden.” Internetprovider XS4ALL heeft ondertussen een teller op haar website aangebracht die weergeeft hoeveel internetverkeer de provider sinds 5 september 2005 heeft vervoerd. Op 14 september ging het inmiddels over een equivalent van 3,3 miljoen CD’s. Hiermee wil de provider aantonen dat de bewaarplicht betrekking heeft op enorme volumes dataverkeer.

In een interview in NRC Handelsblad wijst de manager Justitieel Aftappen en Monitoren Gert Wabeke van KPN op het grote aantal opvragingen van abonneegegevens van de gezamenlijke telefonieaanbieders die nu al via het CIOT verloopt. “Wij verstrekken nu 1,2 miljoen keer per jaar gegevens als het gaat over naam, adres en woonplaats van telefoongebruikers, en je ziet de behoefte groeien nu de verkeersgegevens erbij komen. De voorstellen die er nu liggen, gaan over zo’n grote hoeveelheid opvraagbare informatie dat je het risico loopt dat opsporingsonderzoeken er juist in vastlopen.” Wabeke voorziet dat de aanbieders bij de invoering van een bewaarplicht geen rol van betekenis meer spelen ten aanzien van de toetsing van de rechtmatigheid van de opvragingen door politie en justitie. Onderbrenging van de verkeersgegevens bij het CIOT zal deze ontwikkeling versterken. KPN waarschuwt parlementariĆ«rs ervoor het systeem “bestuurbaar en controleerbaar” te houden. Uit de genoemde 1,2 miljoen bevragingen per jaar van naam, adres en woonplaats van telefoongebruikers is af te leiden dat de AIVD en de MIVD samen verantwoordelijk zijn voor 300.000 bevragingen. De justitiebegroting meldt namelijk 900.000 bevragingen ten behoeve van de opsporing.

De vaste commissie justitie van de Tweede Kamer heeft op 6 september met minister Donner overlegd over de agenda van de JBZ-raad die op 8 en 9 september in Newcastle plaatsvond. Tijdens het overleg heeft de Kamer, met steun van regeringspartij D66, de minister nog eens gewezen op het feit dat hij niet mag instemmen met een kaderbesluit voor een bewaarplicht totdat de uitkomsten van het Erasmus rapport met de Kamer besproken zijn. Dat is het resultaat van de motie Vendrik die op 2 juni 2005 door de Tweede Kamer is aangenomen. De Kamerleden spraken daarom hun verbazing uit over het feit dat Donner pas de dag voor het overleg zijn standpunt over het Erasmus rapport naar de Kamer heeft gestuurd. Het rapport moet daarom later in september tijdens een apart Algemeen Overleg met de Kamer besproken worden. Pas daarna kan de Kamer met Donner spreken over het Nederlandse standpunt over het ontwerp-kaderbesluit waarover op 12 oktober tijdens de volgende JBZ-raad een besluit valt.

Tijdens het Algemeen Overleg met Donner op 6 september maakte Europarlementariƫr Buitenweg (GroenLinks) gebruik van haar recht in de Tweede Kamer te spreken. Buitenweg, gehuld in het t-shirt van de campagne bezwaarplicht.nl, wees nogmaals op alle juridische bezwaren tegen de ondemocratische besluitvorming via de Europese Raad van Ministers. Buitenweg pleitte ervoor een beslissing over te laten aan de Europese Commissie met co-decisie van het Europees Parlement. Zij werd daarin gesteund door D66, PvdA, GroenLinks en SP. Bovendien wees zij op alle gegronde twijfels aan de effectiviteit, noodzakelijkheid en het nut van een bewaarplicht.

Jonker (CDA) steunde de minister wel voluit en noemde het nut van een bewaarplicht “onbetwist”. Samen met Weekers (VVD) kon zij, na herhaald aandringen van de andere Kamerleden, niet aangeven of besluitvorming via de Raad van Ministers (derde pijler) dan wel de Commissie en het Europees Parlement (eerste pijler) haar voorkeur had.

De Kamerleden uitten hun twijfels of Donner zich wel aan de motie Vendrik houdt en zijn instemming aan de bewaarplicht voorlopig onthoudt. Van der Laan (D66) citeerde tijdens het overleg uit een brief van Donner van 26 augustus aan de Kamer waarin letterlijk staat dat Nederland al heeft ingestemd. “Kort na de aanslagen in Londen was de situatie er niet naar om instemming te onthouden”, aldus die brief. Het bleek te gaan om een niet verstuurde concept-brief. Het raadsel kon verder niet opgehelderd worden omdat de voorzitter van het overleg niet toestond brieven te bespreken die niet officieel door de Kamer zijn ontvangen.

Voorafgaande aan het overleg met Donner hield de KLPD achter gesloten deuren een presentatie voor de Kamerleden waarin voor de invoering van een bewaarplicht werd gepleit. Uit het overleg bleek niet dat de lobby van de politie tot grote verschuivingen van de standpunten onder Kamerleden had geleid. Opvallend was wel dat Weekers (VVD) aanmerkelijk minder kritisch was ten opzichte van Donner.

In de aanloop naar het overleg in de Tweede Kamer en de presentatie van de KLPD hebben Bits of Freedom en de Consumentenbond opnieuw in een brief aan de Eerste en Tweede Kamer hun bezwaren tegen de bewaarplicht uiteengezet. Ook pleitten beide organisaties ervoor het CBP uit te nodigen bij de presentatie van de KLPD. De voorzitter van het CBP, Jacob Kohnstamm, sprak zich in een opinieartikel in het NRC Handelsblad van 19 augustus 2005 uit tegen een bewaarplicht en bestreed dat met een bewaarplicht bijvoorbeeld terroristische aanslagen voorkomen kunnen worden. Het CBP is echter niet door de Kamer uitgenodigd.

Tijdens het overleg kwamen een aantal keer de twijfels over de effectiviteit van een bewaarplicht aan de orde. De Kamerleden verwezen daarbij regelmatig naar de door Webwereld gepubliceerde “Tien tips om de bewaarplicht te omzeilen”. In het artikel worden methoden besproken zoals het gebruik van onbeveiligde (open) wifi hotspots, anonymous proxies en pre-paid GSM. De Wit (SP) heeft naar aanleiding van de publicatie ook Kamervragen gesteld. In zijn antwoorden geeft Donner geen fundamentele weerlegging van de besproken methodes maar betoogt dat er bij elke omzeiling altijd wel een klein spoor is dat de politie kan onderzoeken. Zo zou volgens Donner de anonieme toegang via open wifi hotspots onderzocht kunnen worden door gebruikt te maken van getuigen die “gezien” hebben dat iemand via de draadloze verbinding het internet op gaat.

Dit artikel is automatisch geconverteerd uit het oude archief van nieuwsbrieven van Bits of Freedom.

Help mee en support ons

Door mijn bijdrage ondersteun ik Bits of Freedom, dat kan maandelijks of eenmalig.

Ik geef graag per maand

Ik geef graag een eenmalig bedrag