• Menu

0 recente resultaten

Kamercommissie over internet en misbruik

Moeten er nieuwe bevoegdheden komen voor de opsporing en bestrijding van misbruik op en via internet? Dat vroeg D66 Kamerlid Lousewies van der Laan ter afronding van een speciale zitting van de commissie Technologiebeleid van de Tweede Kamer over internet en misbruik aan Taco Stein, de speciaal met cybercrime belaste officier van justitie van het Landelijk Parket. Maar die betoonde zich ruimschoots tevreden met de huidige bevoegdheden. Alleen op detailniveau, zoals infiltratie in netwerken en het vergemakkelijken van de plaatsing van bugs in woningen en computers, zou hij nog aanvullende regelgeving kunnen bedenken. Maar als het ging om repressie zou meer politie zeker niet per definitie meer resultaat opleveren.

Die tevredenheid was tekenend voor de zitting, waarin geen enkel hard cijfer kon worden genoemd over de omvang van cybercriminaliteit of het aantal zaken dat succesvol voor de rechter was gebracht. Volgens Stein werd cybercrime heel vaak in een andere politiecategorie geregistreerd, zoals kinderporno of oplichting. Hij zei wel cijfers te hebben over het aantal als zodanig geregistreerde echte internetdelicten in Nederland, maar maakte die verder niet bekend. Het was in zijn ogen vooral problematisch dat opsporing van cybercrime niet in prestatiecontracten was vastgelegd, waardoor hij bijvoorbeeld heel lang had moeten onderhandelen met de politie Haaglanden over opsporing van de mensen die de website overheid.nl hadden platgelegd.

Pascal Hetzscholdt van het High Tech Crime Center gaf aan dat het centrum slechts met 6,7 FTE werkt en een budget van een half miljoen euro. Hij zei vooral gebaat te zijn bij een bevriezingsbevel, zodat de opsporing niet gehinderd werd doordat gegevens niet meer beschikbaar waren. Kennelijk was het hem ontgaan dat dit bevriezingsbevel al wordt geregeld in het wetsvoorstel Computer Criminaliteit II, dat sinds 22 maart 2005 opnieuw in aangepaste vorm bij de Tweede Kamer is ingediend.

Erwin van Eijk van het Nationaal Forensisch Instituut gaf aan dat het NFI vooral veel zaken onderzocht op het gebied van traditionele criminaliteit, zoals fraude, moord en kinderporno, maar heel weinig op het gebied van specifieke cybercriminaliteit, zoals hacking, virussen, denial of service (Dos) aanvallen en phishing. In 2004 was dat maximaal 1 op de 100 gevallen. Toch was internetgebruik aanwezig in 14 van de 15 zaken die hij zelf onderzocht, in 12 van de 15 gevallen zelfs cruciaal. Dat lichtte hij verder niet toe, anders dan dat hij informatie over internetgebruik ideaal vond omdat daar tijdskenmerken konden worden gevonden die niet door de verdachte zelf waren beïnvloed. Tegelijkertijd haalde hij als technisch expert de voorgenomen bewaarplicht verkeersgegevens onderuit, door aan te geven hoe makkelijk het was om via een versleutelde tunnel met een proxy te communiceren buiten de EU, waardoor de politie maar over één verkeersgegeven beschikt; namelijk dat er een permanente verbinding is gemaakt met een adres buiten de EU, zonder enig inzicht in het type verkeer dat over die tunnel wordt uitgewisseld en waarheen dat verkeer gaat vanaf die proxy.

Themacommissie Technologiebeleid Tweede Kamer: Misbruik van Internet (25.05.2005)

Dit artikel is automatisch geconverteerd uit het oude archief van nieuwsbrieven van Bits of Freedom.

Help mee en support ons

Door mijn bijdrage ondersteun ik Bits of Freedom, dat kan maandelijks of eenmalig.

Ik geef graag per maand

Ik geef graag een eenmalig bedrag