• Menu

0 recente resultaten

Justitie mag advocaten afluisteren

Politie en justitie mogen de telefoongesprekken tussen advocaten en hun cliënten blijven aftappen. Dat is het gevolg van een uitspraak van de rechtbank in Den Haag van 15 maart. De Nederlandse Vereniging van Strafrecht Advocaten (NVSA) had een kort geding aangespannen over het afluisteren.

De rechtbank bepaalde dat de telefoongesprekken niet per definitie onder het verschoningsrecht van de advocaten vallen. Volgens het ‘Besluit bewaren en vernietigen niet-gevoegde stukken’ mag justitie gesprekken met advocaten afluisteren en opnemen. De officier van justitie moet achteraf beslissen of het gesprek onder het verschoningsrecht valt. Wanneer dat het geval is, moeten de opname en het proces-verbaal vernietigd worden. De informatie mag vervolgens niet in het strafproces gebruikt worden maar de officier van justitie heeft dan al wel kennis genomen van de inhoud van het gesprek.

Advocate Taru Spronken eiste een verbod op het afluisteren van gesprekken die advocaten beroepshalve voeren. Bovendien eiste ze dat als – ondanks dit verbod – toch onverhoopt gesprekken worden opgenomen met advocaten, de informatie wordt vernietigd. Tenslotte eiste ze vernietiging van alle historische opnames van afgeluisterde gesprekken met advocaten.

“De essentie van het verschoningsrecht is dat de burger zich vrijelijk tot een raadsman moet kunnen wenden en met hem moet kunnen communiceren zonder inmenging van de overheid.” Dat de staat dit niet respecteert, leidt tot een ‘achterkamertjessfeer’, waarbij advocaten in het geheim afspraken moeten maken, eventueel op geheime plaatsen. “Dit marginaliseert het contact tussen de burger en zijn raadsman, alsof er iets fouts aan zit”, aldus Spronken in haar pleidooi.

Volgens de advocaten houdt justitie zich niet aan haar eigen regels en worden regelmatig gesprekken tussen advocaten en hun cliënten toch bewaard. Advocaten komen hier meestal slechts per toeval achter. In juli 2003 oordeelde het College bescherming persoonsgegevens (CBP) al dat politie en justitie zijn doorgeschoten bij het afluisteren en registreren van gesprekken van burgers met hun advocaten. Het beroepsgeheim van advocaten wordt hierdoor onvoldoende gerespecteerd.

Uit het onderzoek bleek dat politie en justitie gesprekken tussen advocaten en hun cliënten niet alleen opnemen, maar ook uitwerken. Het College noemde het stelselmatig opnemen, registreren, uitwerken en kennisnemen van deze vertrouwelijke communicatie door de politie en justitie onrechtmatig. Volgens het College moeten gesprekken tussen advocaten en hun cliënten onmiddellijk worden gewist. Het College stelde voor om nummerherkenning te gebruiken om zo te bepalen of een advocaat aan het gesprek deelneemt. Uit het onderzoek blijkt ook dat digitaal opgenomen gesprekken die wel ‘gewist’ worden, betrekkelijk eenvoudig zijn terug te vinden.

Justitie weigert nummerherkenning te gebruiken om het afluisteren van advocaten te voorkomen. Het gebruik van nummerherkenning in de tapkamers van de politie zou technisch onmogelijk zijn. De rechtbank spreekt zich hier niet over uit.

De rechtbank in Den Haag oordeelt dat niet is gebleken dat justitie structureel of op grote schaal het verschoningsrecht van advocaten schendt. Ook zijn de regels voor het afluisteren van advocaten volgens de rechtbank niet in strijd met de wet of het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens.

Uit het programma Netwerk van 15 maart blijkt dat een Kamermeerderheid, inclusief de VVD, vindt dat de wet veranderd moet worden wanneer advocaten niet voldoende worden beschermd.

De advocaten overwegen naast een hoger beroep bij het gerechtshof een bodemprocedure te starten om een meer afgewogen beslissing af te dwingen.

Dit artikel is automatisch geconverteerd uit het oude archief van nieuwsbrieven van Bits of Freedom.

Help mee en support ons

Door mijn bijdrage ondersteun ik Bits of Freedom, dat kan maandelijks of eenmalig.

Ik geef graag per maand

Ik geef graag een eenmalig bedrag