Vier kaarsjes voor de privacywet
Vier jaar geleden trad op 25 mei 2018 de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) in werking. Deze wet verving de Wet bescherming persoonsgegevens. Er kwamen meer regels voor organisaties die ervoor moesten zorgen dat zij beter verantwoording zouden afleggen over de manier waarop ze omgaan met persoonsgegevens. Ook moest de privacywet meer zeggenschap en controlemogelijkheden geven aan mensen.
We vroegen ons af hoe goed de wet in de praktijk werkt. We besloten onderzoek te doen onder gemeenten. Dat zijn bij uitstek dé organisaties die veel verschillende en heel gevoelige persoonsgegevens verwerken van burgers, vaak zonder dat burgers daar een keuze in hebben. Gemeenten mogen en moeten persoonsgegevens namelijk vaak verwerken op grond van een wettelijke taak of plicht.
We kozen voor de tien grootste gemeenten van Nederland: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven, Groningen, Tilburg, Almere, Breda en Nijmegen. Ten eerste omdat deze tien gemeenten bij elkaar opgeteld de gegevens verwerken van zo’n 3,8 miljoen mensen. Ten tweede besteden kleine gemeenten regelmatig werkzaamheden uit aan grote gemeenten, en is de stand van zaken bij de grote gemeenten dus ook relevant voor de kleinere gemeenten. Ten derde vervullen grote gemeenten een voorbeeldfunctie voor kleinere gemeenten. We hebben bij de tien grootste gemeenten een Wob-verzoek ingediendDownload hier een ZIP-bestand met alle opgevraagde documenten met de vraag ons alle rapportages van de Functionarissen Gegevensbescherming op te sturen vanaf 2017 tot nu, samen met alle rapportages over de informatiebeveiliging. Ook hebben we gevraagd de interne reacties daarop met ons te delen.
Vandaag publiceren we ons rapport naar aanleiding van ons onderzoek op basis van deze documenten.