Onbevredigende persconferentie na de ministerraad
Minister-president Rutte kwam na de ministerraad van vanochtend uitleg geven over wat het kabinet gaat doen met de uitslag van het referendum. Volgens Rutte gaan de verantwoordelijke ministers de tegenstem wegen en zijn ze daar vanaf vandaag mee begonnen, maar kon hij daar verder niets over zeggen. Toen een journalist vroeg of er wel genoeg tijd is voor de weging —de nieuwe wet gaat immers al per 1 mei in—, dacht Rutte dat dit nog steeds mogelijk moest zijn. Het lijkt er tot nu toe dus op dat het kabinet niet van plan is om de inwerkingtreding van de wet uit te stellen. Dat vinden we absurd: het is helder dat de wet eerst gerepareerd moet worden en dat we daarna pas kunnen bepalen wanneer de wet ingaat.
Er waren veel kritische vragen voor de minister-president naar aanleiding van het gisteren gepubliceerde rapportRapport 56 over de multilaterale gegevensuitwisseling door de AIVD over (vermeende) jihadisten van de toezichthouder waarin structurele tekortkomingen werden geconstateerd in de manier waarop er door de geheime diensten gegevens worden gedeeld met het buitenland. Waarom heeft dat rapport vier weken op de plank gelegen terwijl het zeer relevante informatie bevatte voor de stemmer bij het referendum? Rutte vond die tijd volledig normaal: er moest namelijk eerst worden afgestemd met buitenlandse diensten en bovendien zag hij het verband niet tussen dit rapport over de oude inlichtingenwet en het referendum dat over de nieuwe wet ging. Hij was de enige in de zaal die dat verband niet zag: de uitwisseling van gegevens was immers één van de punten waarover heel veel zorgen waren in de weken voorafgaande aan het referendum.