Landelijke telecomdatabank: 2,6 miljoen opvragingen in 2010
Opsporingsdiensten raadpleegden hun landelijke databank met klantgegevens van alle Nederlandse telefonie- en internetconsumenten in 2010 2,6 miljoen keer. Weliswaar vertoont het aantal opvragingen voor het eerst in de geschiedenis een lichte daling, het aantal antwoorden van het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie (CIOT) steeg met 14%.
De 2,6 miljoen opvragingen en 3,8 miljoen antwoorden (officiële bron, PDF) betreffen de klantgevens van telecombedrijven zoals adres, telefoonnummers en ip- en e-mailadressen. Het aantal antwoorden ligt hoger dan het aantal opvragingen, omdat op één raadpleging (‘welke klantgegevens heeft Jan Smit?’) vaak meerdere antwoorden komen (‘Jan Smit [1] belt met telefoonnummer A en surft onder ip-adres B, Jan Smit [2] heeft nummer X en ip-adres Y).
Sinds de oprichting van het CIOT circa twaalf jaar geleden is het aantal opvragingen jaarlijks explosief gestegen. Zes jaar geleden betrof het aantal opvragingen van dit ‘telefoonboek voor opsporingsdiensten’ nog circa 1 miljoen. Door de sterke groei is Nederland nu Europees koploper in het aantal opvragingen van aan bellen en internetten gerelateerde privé-gegevens. Dit hoge aantal lijkt zich nu dus te stabliseren.
Naast dit alarmerende aantal, staat ook de praktijk van de opvragingen ter discussie. Bits of Freedom vroeg aandacht voor stelselmatige privacyschendingen en de laconiek rondom het CIOT, wat leidde tot voorpaginanieuws en kamervragen. Vorige week nog rapporteerde Minister Verhagen aan de Tweede Kamer dat de uitkomsten van een onderzoek naar deze wanpraktijken in voorbereiding is.
Update (16:27 uur). Eerder schreven we dat het rapport openbaar was gemaakt naar aanleiding van een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Dat is niet het geval: het ministerie van Veiligheid van Justitie heeft dit rapport uit eigen beweging openbaar gemaakt.