• Menu

0 recente resultaten

Congres: terrorismebestrijding met mensenrechten

Wat is de balans tussen terrorismebestrijding en de bescherming van mensenrechten? Daarover discussieerden vele juristen, politici en experts op vrijdag 8 april in het Vredespaleis in Den Haag, tijdens een congres ter gelegenheid van het 30-jarig bestaan van het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM).

De organisatoren hadden veel moeite gedaan om te voorkomen dat het ‘een slap D66 zooitje’ zou worden, zoals dagvoorzitter Ernst Myer aangaf, rechter bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Publicist en hoogleraar Paul Cliteur en CDA Kamerlid Wim van Fessem openden het congres met een somber beeld van de acute dreigingen van de verschillende soorten politiek en religieus geïnspireerd terrorisme en de noodzaak om ingrijpende maatregelen te nemen. Toen de Leidse hoogleraar en consultant Ernst Muller de aanwezigen vroeg of ze doordrongen waren van het gevaar van een terroristische aanslag, stak alleen Cliteur zijn hand op. Ten onrechte, vond Muller, omdat de risico’s enorm groot waren. Wel vond hij dat ingrijpende wettelijke maatregelen tijdelijk moesten zijn, in navolging van het boek ‘The lesser evil: political ethics in an age of terror’ van de historicus Michael Ignatieff.

Uiteindelijk waren het toch twee politici van D66 die voor het meeste vuurwerk zorgden tijdens de conferentie; Jacob Kohnstamm, de nieuwe voorzitter van het College bescherming persoonsgegevens, voorheen D66 senator, en Alexander Pechtold, in zijn maiden speech als minister van bestuurlijke vernieuwing en koninkrijksrelaties.

Kohnstamm gaf twee angstaanjagende voorbeelden over de vergissingen die inlichtingendiensten kunnen maken. “In 1964 schreef de BVD: ‘Van kopstukken van de PSP, zoals A.G. van der Spek, is nimmer iets gemerkt van contacten met personeel van de Russische ambassade. Kennelijk wordt dit contact angstvallig geheim gehouden voor de niet daarbij betrokken PSP’ers.’ Een jaar later maakte de dienst de volgende professionele inschatting van het ondergrondse organisatievermogen van Van der Spek: ‘Over mogelijke uitwijkadressen bestaan er voor Van der Spek zeer waarschijnlijk geen problemen. Hij heeft in de Tweede Wereldoorlog met zijn vrouw moeten onderduiken (beide zijn van Joodse bloede). Hij heeft dus de nodige ervaring op dit terrein. Daarnaast heeft hij zeer veel relaties en contacten over de hele wereld, zodat hij altijd wel een plaats zal kunnen vinden.”

Kohnstamm pleitte naast precisie bij het opstellen van wetten met name voor strengere controle op alle nieuwe bevoegdheden. De rechter toetst maar een fractie van al het onderzoek. Uit de recente evaluatie van de wet bob (bijzondere opsporingsbevoegdheden) blijkt dat het andere controle-middel, de notificatieplicht, amper wordt gebruikt. Heel veel burgers komen daardoor nooit te weten dat ze ten onrechte in het vizier zijn geweest bij terrorismebestrijding. Kohnstamm zei daarover: “Een officier van justitie geeft aan dat hij nog nooit genotificeerd heeft: ‘ik weet dat het moet, maar er staat ook geen sanctie op in de wet.’ Een rechercheur stelt desgevraagd: ‘Ik vind de notificatieplicht belachelijk. Dat risico loop je toch als je crimineel bent?” Tenslotte haalde Kohnstamm uit naar de voorgenomen bewaarplicht verkeersgegevens en het algemene wetsvoorstel vorderen gegevens (ook bekend als ‘de wet Mevis’). “Het is leugenachtig om te zeggen dat we met de bestaande bevoegdheden niet toe kunnen.”

Pechtold sloot de conferentie af met een krachtig pleidooi voor behoud van alle mensenrechten. Hij vond dat Nederland door dreigde te schieten bij de strijd tegen terreur. “Hoe effectief zijn we als we het accent leggen op het beschérmen van onze waarden en verworvenheden? Moeten we niet veel meer de weg op van het úitdragen van de waarden van onze rechtstaat, van democratie, van vrijheid van denken en handelen? Moeten we niet evenveel nadenken over de vóedingsbodem van het terrorisme?” Pechtold gebruikte het podium ook om nog een kritische opmerking te maken over de identificatieplicht, in navolging van zijn kritische nieuwjaarstoespraak als burgemeester van Wageningen. Hij had gehoord dat er een vermelding zou komen van handelingsonbekwaamheid op het identiteitsbewijs. “Ik dacht eerlijk gezegd toen ik het las in de krant, dat het een 1 april-grap was. Helaas niet. Wat mij betreft gaat dit óver de grens, schiet de ID-plicht zijn doel hier ver voorbij, en botst dit met de persoonlijke integriteit van mensen.”

De NJCM publiceert een bundel met alle toespraken.

Dit artikel is automatisch geconverteerd uit het oude archief van nieuwsbrieven van Bits of Freedom.

Help mee en support ons

Door mijn bijdrage ondersteun ik Bits of Freedom, dat kan maandelijks of eenmalig.

Ik geef graag per maand

Ik geef graag een eenmalig bedrag