• Menu

0 recente resultaten

Donner verdedigt bewaarplicht

Minister Donner heeft de Kamer een lange brief met weinig antwoorden gestuurd over de bewaarplicht verkeersgegevens. De brief had antwoord moeten geven op de vele vragen in de Eerste en Tweede Kamer over de noodzakelijkheid, proportionaliteit en de kosten van een bewaarplicht verkeersgegevens.

Het opmerkelijkste onderdeel van de brief is de mededeling dat de Europese Commissie tegenstander is van een derde pijler besluit voor een bewaarplicht. Via de zogenaamde derde pijler kunnen de Europese ministers van justitie en binnenlandse zaken zelfstandig beslissingen nemen, mits unaniem. De Commissie wil de bewaarplicht behandelen binnen de eerste pijler waardoor het initiatiefvoorstel van de Commissie zal komen en het Europees parlement volledig medebeslissingsrecht heeft. In de derde pijler mag het parlement alleen advies uitbrengen. Door deze actie van de Europese Commissie kan de besluitvorming over de bewaarplicht een ingrijpende wending nemen. Donner presenteert de bezwaren van de Commissie echter als een feitelijke mededeling en analyseert de gevolgen niet.

Donner kondigt aan dat er mogelijk een onderzoek komt naar de noodzaak van een bewaarplicht voor de opsporing. Het voornemen voor een dergelijk onderzoek is al in 2001 bekend gemaakt. In 2003 deed de Rotterdamse politie op verzoek van het ministerie van justitie onderzoek maar de uitkomst daarvan werd nooit naar de Kamer gestuurd omdat die, volgens het ministerie, niet representatief zou zijn. Het onderzoek werd door Bits of Freedom via een WOB in 2004 openbaar gemaakt. Het is volstrekt onduidelijk of het onderzoek dat Donner nu mogelijk opnieuw laat doen op tijd af zal zijn. De Europese ministers van justitie willen aan het begin van de zomer een besluit nemen. Een Nederlands onderzoek dat nadien aan de Kamer wordt gestuurd is, ongeacht de conclusies, mosterd na de maaltijd. “[..] Vanuit mijn departement [zal] worden bezien in hoeverre door middel van aanvullend onderzoek kan worden gekomen tot inzicht in de verkeersgegevens ten aanzien waarvan de bewaring noodzakelijk is vanuit het oogpunt van de effectiviteit van de criminaliteitsbestrijding in Nederland. Dit mede om te voorkomen dat de aanbieders nodeloos worden belast. Zodra van dit onderzoek resultaten beschikbaar zouden zijn dan ben ik uiteraard gaarne bereid uw Kamer daarover nader te informeren.”

Om toch nog iets aan te tonen met betrekking tot de noodzakelijkheid van een bewaarplicht heeft Donner in een bijlage bij de brief een anekdotische bloemlezing van jurisprudentie toegevoegd. “Deze selectie betreft zaken die gedurende de afgelopen vier jaar aan de Nederlandse rechter zijn voorgelegd. Uit deze selectie kan worden afgeleid dat verkeersgegevens een belangrijke rol kunnen vervullen in zowel de opbouw en richting van een opsporingsonderzoek als de bewijsvoering jegens verdachten.” De kleine bloemlezing gaat echter alleen over telefonie en bovendien blijkt dat in slechts één van de genoemde gevallen geen verkeersgegevens beschikbaar waren. Blijkbaar kon het opsporingsonderzoek in alle andere gevallen prima vooruit zonder een bewaarplicht. Dat was overigens ook al de conclusie van het eerder genoemde onderzoek van de Rotterdamse politie.

In de brief zegt Donner wel vele malen dat het gebruik van verkeersgegevens “van groot belang” is voor de opsporing en dat de gegevens worden gebruikt “in een belangrijk deel van de onderzoeken in de EU lidstaten naar ernstige vormen van criminaliteit”. Maar nergens maakt de minister duidelijk wat dan precies het probleem is als verkeersgegevens blijkbaar al op een dergelijk grote schaal worden gebruikt.

De specifieke Nederlandse inbreng in de onderhandelingen in de EU wordt vrijwel niet genoemd, bijvoorbeeld ten aanzien van de kosten voor de aanbieders. De conclusie van het KPMG-rapport was dat de bewaarplicht internetaanbieders miljoenen gaat kosten. Bovendien stijgt het volume van het internetverkeer voortdurend. Kamerleden spraken tijdens het algemeen overleg op 26 januari hun bezorgdheid uit over deze hoge kosten. Donner laat in de brief echter niets los over het Nederlandse standpunt ten aanzien van de kosten. Tijdens een algemeen overleg in de Tweede Kamer op 26 januari was hij daarover nog duidelijk: “Nogmaals, ik ben er nog geen voorstander van dat de Europese overheden dan wel de nationale overheden die kosten gaan dragen.” Over de toename van het internetverkeer maakt de minister zich in elk geval geen zorgen. Dat heeft nauwelijks gevolgen voor een database met verkeersgegevens want “door gebruik te maken van moderne compressietechnieken kan ongeveer 70% van de opslagcapaciteit, en daarmee ook de kosten, worden bespaard”.

De brief somt wet- en regelgeving op uit andere EU landen waaruit moet blijken dat veel landen al een bewaarplicht hebben, en dat Nederland dus nog moet aansluiten. Maar wie goed leest ziet dat eigenlijk alleen Italië en Ierland maatregelen hebben genomen die echt in werking zijn getreden. In Italie geldt een bewaarplicht van twee jaar voor telefonie verkeersgegevens, in Ierland is in 2003 een geheim decreet uitgevaardigd waarover het Iers Parlement zich tot op heden niet heeft kunnen buigen.

De bewaarplicht staat niet op agenda van de volgende bijeenkomst van de Europese ministers van justitie (JBZ-raad) op 24 februari. De brief van Donner zal waarschijnlijk op 22 februari zowel in de Eerste (JBZ-commissie) en Tweede Kamer (commissie justitie) worden besproken.

Dit artikel is automatisch geconverteerd uit het oude archief van nieuwsbrieven van Bits of Freedom.

Help mee en support ons

Door mijn bijdrage ondersteun ik Bits of Freedom, dat kan maandelijks of eenmalig.

Ik geef graag per maand

Ik geef graag een eenmalig bedrag