Vorige week verschenen twee op het eerste gezicht tegenstrijdige rapporten. Tweederde van de Nederlanders heeft zijn baas liever niet als Facebookvriend: onze feestkiekjes en vakantiefoto’s houden we liever binnen persoonlijke kring. Maar slechts een klein gedeelte van de Nederlanders weet het recht op privacy als grondrecht te benoemen. Hoe moeten we privacy anno 2011 begrijpen?
We vinden privacy belangrijk
Uit het rapport van het College Gelijke Behandeling bleek dat slechts 5% van alle Nederlanders privacy spontaan als grondrecht kan opnoemen. Daarmee staat het bijna onderaan de lijst. Maar wel maar liefst 75% van de Nederlanders heeft weleens van het recht op privacy gehoord. Het staat derde op de lijst met bekende grondrechten – bovenaan dus.
Misschien weten mensen niet zo goed wat ze met het woord privacy aan moeten. Dat is te begrijpen, want privacy is tegenwoordig een begrip dat op meerdere manieren te interpreteren is: we maken veel informatie openbaar en zetten ons ‘intieme kapitaal’ massaal op Facebook. Maar we willen niet dat onze baas privé foto’s ziet, of bedrijven persoonlijke voorkeuren opslaan. Ook al leven we in een tijd van sharing, toch maken we ons wel degelijk zorgen om onze privacy: 90% van de Nederlanders denkt dat dit grondrecht in gevaar is.
Publiek en privé zijn niet tegengesteld
Hoewel het tegenstrijdig lijkt, sluit onze behoefte om informatie te delen onze behoefte aan privacy niet uit. Volgens de Amerikaanse wetenschapper Danah Boyd is technologie teveel gebouwd op de aanname dat publiek en privé een tegenstelling vormen. Terwijl de werkelijkheid niet zo simpel is, ook niet in de ‘offline’ wereld. Een café is een publieke ruimte, waar mensen graag bij elkaar komen om te kletsen, maar die gesprekken zijn niet voor het hele café bestemd. Als de ober drankjes komt brengen, staken mensen vaak even hun gesprek: ook in publieke ruimten is behoefte aan privacy.
Nederlanders willen liever niet dat hun baas hun Facebook profiel ziet. Dat betekent niet dat ze de informatie dan maar helemaal moeten afschermen. Waarom zouden we anders nog Facebooken? Iedereen heeft het recht te kiezen aan wie hij iets openbaart. En aan je baas vertel je op een andere manier over je weekend dan aan je vrienden.
We noemen het anders
Privacy is niet dood, zoals invloedrijke internet ondernemers ons graag doen geloven. We moeten het alleen breder begrijpen dan op de klassieke manier (Van Dale: “de mogelijkheid om in eigen omgeving helemaal zichzelf te zijn”). Volgens boyd gaat privacy om de controle op informatiestromen. En om het doorzien van sociale settings, zodat we kunnen inschatten wat we in een bepaalde omgeving wel en niet kunnen zeggen. Privacy is dus niet alleen een brief kunnen schrijven zonder dat iemand meeleest, maar ook weten wie die brief in handen krijgt, en er zeker van zijn dat anderen de envelop niet openen.
Op Facebook is je controle en transparantie miniem. Gebruikers hebben nauwelijks inzicht in wat er met hun informatie gebeurt. En de stem die ze hebben is beperkt: het is verleidelijker om meteen op ‘accept’ te drukken, dan eerst een ingewikkelde lap tekst te lezen voordat je op je Facebook profiel terecht komt.
Volgens ons moeten gebruikers op sociale netwerken controle krijgen over de informatie die zij selectief delen. En moeten ze inzicht hebben in wanneer en door wie die de informatie gebruikt wordt. Ook dat is het recht op privacy.
Hoe denk jij over het begrip privacy? Denk je dat de betekenis veranderd is door de komst van internet? Of heb je misschien een beter woord voor privacy anno 2011?
Anoniem
Ojee, privacy… Ik vind het een hot topic. Ik zet van alles op Internet en probeer me voortdurend bewust te zjn dat dat er mogelijk voor eeuwig (?) op blijft staan. En toch schrik ik als ikmezelf google.
Facebook mijd ik bijna als de pest omdat ik vind dat ik weinig inzicht krijg in de verspreiding van mijn gegevens, beelden en intimiteiten. Maar ik twitter naar hartelust.
Raar hoor, Internet. mens ik ben 63 en ik vind het echt leuk. Maar je zou de mogelijkheid moeten hebben om uitingen te schrappen en Facebookzelfmoord te plegen.
Het EPD gaat een nieuw leven in. Ik vind dat bedreigend. Ik weet maar al te goed dat digitale en gedeelde systemen een (zomaar per ongeluk onstane) fout als een virus verspreiden. Veel sterker dan de papieren dossiers van vroeger. Je weet niet waar het, door het delen van info ( o zo gebruikersvriendelijk) allemaal terechtgekomen is dus herstel van foutieve gegevens is ook onmogelijk. Je zou zelf meester avn je gegevens moeten zijn en die technologie is er. Maar hoe meer er op facebook en ruimer gezien in de cloud wordt opgeslagen, hoe minder zeggenschap, lijkt me.
Stap 1 is bewustwording!!!
John Doe
Verlies van privacy begint al op de computer bij het invullen van je gegevens tijdens de installatie van een nieuw besturingssysteem. In menig gebruikersovereenkomst (zoals die van HP) staat vermeld dat deze gegevens naar een externe partij ergens op internet verstuurd worden… Windows Live doet precies hetzelfde. Je hoeft helemaal niets meer online in te vullen, dat wordt wel voor je gedaan… Zo kunnen we nog wel even doorgaan. Feit blijft dat het inderdaad een kwestie van bewustwording is. Zie ook http://www.combeon.eu/computer_tips_en_handleidingen.htm
Wunjo
De overheid behoudt zich het recht voor om vertrouwelijke informatie te classificeren als “geheim”. Dat kunnen wij ook!
Michiel
Goed stuk. Lastig blijft alleen wel dat gebruikers vaak te gemakzuchtig zijn en zelf niet nadenken bij wat ze online zetten. Hoe je het ook wendt of keert, er is een verschil tussen de online en offline wereld. Het zou prettig zijn om helemaal zelf te kunnen uitmaken wie te zien krijgt wat je bv. op facebook zet (en dus te voorkomen dat vrienden je spul weer via vrienden zien), maar het verschil is dat online informatie online staat en blijft staan. Als je dus zeker wilt weten dat niemand (op een paar vrienden na) je dronken foto’s ziet, moet je ze gewoon niet online zetten. Anders gezegd: als je in een café ophoudt met praten is de informatie in principe weg, terwijl dat online anders is.
Volgens mij is het allereerste dat we ons moeten beseffen is dat het enkele gegeven dat iets kan en dingen vergemakkelijkt, het nog niet een goed idee maakt om het te doen. Ik heb jarenlang op de helpdesk van een telefoonbedrijf gebeld, waar we eerst ter controle van de klant een aantal gegeven vroegen om te checken of hij ook werkelijk was wie hij zei dat hij was. Veel klanten vonden dat klantonvriendelijk. Daar begrijp ik niets van omdat die check ter bescherming van hun privacy was. Maar ik heb wel kunnen constateren dat velen er zo over denken. Om vervolgens waarschijnlijk wel te klagen als hun buurman hun gegevens te pakken kreeg denk ik dan.
Mirjam Remie
@ Michiel: Interessant punt. Er is natuurlijk een cruciaal verschil tussen de online en de offline wereld, omdat je in een café (grotendeels) zelf de controle hebt. En op internet heb je dat niet: het web is wereldwijd, een paar grote bedrijven leiden de markt en de gemiddelde consument heeft niet voldoende kennis om voor zichzelf en zijn privacy op te komen. En gebruikers kiezen liever de eenvoudige, snelle weg – dat blijkt ook uit jouw verhaal over de klantenservice. Gebruikersgemak is vaak een leidende factor. Maar in hoeverre kunnen we dat internet gebruikers kwalijk nemen? Misschien ligt hier ook een verantwoordelijkheid voor bedrijven. En is privacy niet alleen iets waar gebruikers alert op kunnen zijn, maar ook iets dat meer in het design gewaarborgd moet worden. Bewustwording is belangrijk, maar alleen bij consumenten?
Anoniem
Privacy is nog steeds het juiste woord. Het is het recht dat je dingen privé kan houden of dat wat je vrijgeeft niet misbruikt, doorverkocht of eeuwig bewaard mag worden. Privacy is ook het verlengstuk van vrijheid van meningsuiting.
–
Mensen wuiven hun privacy weg door bijvoorbeeld aan faceboek deel te nemen en de intiemste zaken prijs te geven in telefonische enquêtes, en later heeft men daar spijt van. Dat argument wordt echter misbruikt. Er zijn mensen die dat niet doen en de overheid zou kaders moeten stellen (wat ze niet doet). Het echte privacy gevaar is onze overheid.
–
Bedrijven krijgen van onze overheid veel teveel vrijheden om gegevens op te slaan en door te verkopen. En als bij toegestane registraties onze gegevens misbruikt worden of op straat komen te liggen vindt de overheid dat prima, daar komt geen goede regelgeving voor.
–
De overheid doet waarschijnlijk niets omdat de overheid zelf de grootste privacy schender is.
Onze politie luistert meer telefoon en email verkeer af dan welk land dan ook. Iedere website die we bezoeken wordt verplicht vastgelegd. En de cijfers kloppen niet eens want illegaal afluisteren door de politie wordt niet aangepakt en om ontdekking te voorkomen vindt geen registratie of controle plaats. Desondanks wordt aan de lopende band misbruik geconstateerd, en geweigerd daar iets aan te doen. Zelfs gesprekken met advocaten worden opgenomen en uitgetypt, terwijl dat verboden is dus de overheid vindt het niet erg de wet te overtreden en weigert ook daar iets aan te doen.
Het EPD is van de baan maar mijn naam staat er in ondanks dat ik verzocht mijzef te verwijderen. De reactie is dat het grootste deel van mijn gegevens verwijderd zijn en dat als verwijderd geldt: niet bepaald vertrouwenwekkend.
Kinddossier
legitimatieplicht + totaal willekeurige controle op straat.
“preventief” fouilleren
OV chipkaart + afschaffing strippenkaart
verplichte inschrijving van vrije beroepen bij de KvK en weigering privé gegevens privé te houden.
AlexK
Het is niet alleen “De baas mag het niet weten” maar net zo goed: de baas heeft belang bij privacy.
Tenslotte wil je als werkgever niet altijd in 1 adem genoemd worden met de keuzes die je werknemers prive maken (en mogen maken). Wie bijvoorbeeld op – zeg bijvoorbeeld – Geenstijl reacties wil plaatsen, mag zich gelukkig prijzen met het feit dat deze site gemaskeerde (geen anonieme) reacties toestaat. Hetzelfde overigens geldt voor de werkgever, die netzo goed kan en mag reageren op een dergelijk ‘geladen forum’ maar dat niet met zijn bedrijf wil associeren (en terecht: de dienstverlening is heus niet afhankelijk van de zijn of haar mening).
Maria
Ouderwetse privacy is dat ik iemand een stukje informatie kan vertellen over mijzelf (mijn confectiemaat bijvoorbeeld) en er dan van op aan kan dat 1. Zij weet dat dat voor haar is en met een bepaald doel en niet voor iemand anders of een ander doel 2. Haar plaatje niet compleet is, omdat zij andere dingen niet weet (bijvoorbeeld: sinds wanneer ik die maat heb). Het plaatje is dus nooit compleet. En al die mensen die op die manier iets over mij weten, of die mij ergens iets hebben zien doen, zullen zich er niet voor lenen om mee te werken aan één grote biografie waar alles over mij in staat. Het persoonlijke contact en de beperking van de locatie, zijn volgens mij erg belangrijk voor de “persoonlijke levenssfeer”. Als jouw informatie terechtkomt in een systeem wordt dat heel anders. Een systeem heeft geen gevoel of geweten, zoekt andere systemen op, gaat met jouw informatie aan de haal en vertelt het aan iedereen door. De narigheid is dat veel systemen proberen zo persoonlijk mogelijk te doen om jouw informatie los te krijgen, denk aan allerlei klantenservices, maar ook de ov-chipkaartorganisatie en zo. En bovendien: sommige ogenschijnlijk persoonlijke communicatiemiddelen zijn eigenlijk ook systemen: Facebook. Is dat de crux?
markus
Voor mij was dit artikel via Slashdot ook wel een eye-opener: http://www.betabeat.com/2011/12/13/in-which-eben-moglen-like-legit-yells-at-me-for-being-on-facebook/. Waarin Eben Moglen (o.a. FreedomBox, FSF, GPL v3) de opsteller van het artikel de oren wast over zijn eigen aandeel in wat hij een surveillance systeem noemt “we are creating systems of comprehensive surveillance in which a billion people are involved..”. Ook als je geen FB of soortgelijke hebt, sluit het non-privacy net steeds strakker, met dank aan je vrienden, familie, bekenden en overige “informanten” ;-). En dat alles voor gratis ruimte voor een paar berichtjes (en foto’s) over vakanties, kids en wat je waar gegeten/gekocht hebt…