• Menu

0 recente resultaten

Waarom houdt de staatssecretaris cijfers over social media surveillance geheim?

Op kamervragen van Arjan El Fassed (GroenLinks) over de gevallen waarin opsporings- en veiligheidsdiensten gebruik maken van social media surveillance, gaf staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) een ontwijkend antwoord. Waarom? Heeft de staatssecretaris iets te verbergen? In nieuwe kamervragen vraagt El Fassed terecht door.

Kamervragen – ronde 1

Eind november 2011 stelde El Fassed kamervragen over de gevallen waarin opsporings- en veiligheidsdiensten gebruik maken van de bevoegdheid om allerhande persoonlijke gegevens op te vragen bij sociale media (zogenaamde social media surveillance). Ook wilde hij weten welke gegevens in dat geval worden geregistreerd. Begin februari verwees de staatssecretaris daarop naar cijfers in het jaarverslag van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en weigerde een verdere uitsplitsing van cijfers. Bijvoorbeeld naar aanbieder van de dienst. Dit omdat “het belang van opsporing en vervolging” zich volgens de staatssecretaris tegen een verdere uitsplitsing verzet.

Ontwijkend antwoord

Een onvolledig en onbevredigend antwoord. Onvolledig omdat het genoemde jaarverslag geen cijfers over social media surveillance bevat, maar slechts telefonie tapcijfers over de periode 2007-2010 en de internet tapcijfers van 2010 (zie hieronder). 

Daarnaast is het antwoord van de staatssecretaris onbevredigend omdat niet duidelijk is hoe publicatie van deze cijfers het belang van opsporing en vervolging kan schaden. Die informatie wordt namelijk ook door social media aanbieders zelf al beschikbaar gesteld. Bijvoorbeeld in het Google Transparency Report. Schaadt dat het belang van opsporing en vervolging ook?

Iets te verbergen?

Het antwoord van de staatssecretaris doet daarom vermoeden dat hij de cijfers over social media surveillance geheim wil houden. Dat roept verdere vragen op. Boren opsporings- en veiligheidsdiensten vaker social media aan dan noodzakelijk? Wordt het gebruik van deze bevoegdheid geregistreerd en door wie?

Kamervragen – ronde 2

Vorige week heeft El Fassed deze vragen in een nieuwe ronde kamervragen aan de orde gesteld. Het is namelijk belangrijk dat deze informatie boven tafel komt. Want we hebben niet alleen het recht om te weten hoe vaak opsporings- en veiligheidsdiensten social media surveillance gebruiken, we moeten ook kunnen controleren of dit op de juiste wijze gebeurt. Om diezelfde reden heeft Bits of Freedom eerder met succes campagne gevoerd voor de publicatie van telefonie tapcijfers (zie hier, hier en hier), maar ook daarop valt nog steeds het nodige aan te merken.

Over controle gesproken: El Fassed vraagt in de nieuwe kamervragen ook of personen die onderwerp zijn van onderzoek daarover na afloop worden geïnformeerd, zoals de wet vereist (de zogenaamde notificatieplicht). Hierover wordt namelijk niets geregistreerd, zo blijkt uit het antwoord van de staatssecretaris. Dat roept de vraag op óf er wel wordt genotificeerd en welke maatregelen zijn genomen om die notificatie te garanderen. Op naleving van deze plicht wordt namelijk al sinds 2005 aangedrongen.

Duidelijkheid voorkomt vragen

Social media surveillance is een zeer ingrijpend middel omdat het opsporings- en veiligheidsdiensten inzicht geeft in jouw internetverkeer via het desbetreffende medium. Dat is belangrijk voor het bestrijden van criminaliteit, maar gezien de grote inbreuk op jouw privacy is het minste wat je van de staatssecretaris mag verwachten dat hij de cijfers over het gebruik van dit middel publiceert.

 

Help mee en support ons

Door mijn bijdrage ondersteun ik Bits of Freedom, dat kan maandelijks of eenmalig.

Ik geef graag per maand

Ik geef graag een eenmalig bedrag